Op school was ik al goed in de bètavakken, zoals natuurkunde en scheikunde. Ik kon niet kiezen tussen die twee, dus ik begon met allebei aan de Universiteit Leiden. Na een jaar koos ik voor natuurkunde, omdat ik daar meer uitdaging in zag. Scheikunde ging me gewoon wat makkelijker af. Mijn stage ging over microscopen waarmee je atomen zichtbaar kunt maken. Daarmee onderzocht ik hoe stoffen met elkaar reageren. Toen besefte ik dat natuurkunde en scheikunde eigenlijk één geheel vormen – je hebt ze allebei nodig om te begrijpen hoe de wereld werkt.
Een chip is een superkleine computer die informatie verwerkt. In je telefoon zit bijvoorbeeld één chip die bepaalt hoe snel je apps werken. Zo’n chip wordt gemaakt van silicium, een speciaal soort steen. Dat silicium wordt gesneden tot dunne, ronde schijven – een beetje zoals pannenkoeken. Die schijven noemen we wafers. Om van één kale schijf een werkende chip te maken, zijn meer dan honderd verschillende machines nodig. Elke machine doet een klein stapje en heeft zijn eigen expertise.
Onze machine is eigenlijk een soort supernauwkeurige oven. Daarin worden op de schijven lagen atomen (hele dunne laagjes materiaal) aangebracht. Die laagjes zijn zo dun dat je ze niet kunt zien, maar ze zijn ontzettend belangrijk. De ene laag laat stroom door, de andere houdt stroom juist tegen, en weer een andere beschermt de chip.
De uitdaging is dat alles overal precies even goed moet gaan. De temperatuur in de oven moet aan alle kanten gelijk zijn, de gassen moeten op het juiste moment vrijkomen, en er mag geen enkel stofje op de schijf liggen. Als één stukje te warm wordt of iets dikker is dan de rest, werkt de chip niet goed. Je kunt het vergelijken met het bakken van honderden pizza’s tegelijk: ze moeten allemaal even gaar uit de oven komen, zonder dat er eentje verbrandt.
ASM zorgt ervoor dat al die laagjes perfect op elkaar liggen. Bedrijven zoals ASML tekenen daarna de lijntjes erop met licht. Samen maken we de chips die jouw telefoon, laptop en auto laten werken. Zonder de ovens van ASM zouden die laagjes er niet zijn – en zou de chip simpelweg niet functioneren.
Mijn functie heet Key Account Technologist, maar dat zegt niet veel. Ik ben de schakel tussen onze klanten en onze eigen technici. De klanten van ASM zijn bedrijven die zelf chips maken, zoals Intel of Samsung. Zij gebruiken onze machines, maar soms lopen ze tegen problemen aan of willen ze iets nieuws proberen. Dan ga ik met hen praten: wat gebeurt er precies, wat willen ze bereiken, waar loopt het vast? Ik verzamel puzzelstukjes – informatie, ideeën en testresultaten – en neem die mee naar het hoofdkantoor in Almere. Daar bespreek ik met collega’s wat ik heb gehoord. Samen bedenken we hoe we het probleem kunnen oplossen of de machine kunnen verbeteren.
Ik verkoop niks; mijn werk gaat over technische samenwerking. Soms belt een klant en zegt: “De machine doet het niet meer goed. Hier is de data van toen het werkte, en hier van nu. Kun jij helpen?” Dan begint mijn speurwerk. Eerst kijk ik in de data of ik iets zie. Als dat niet genoeg is, ga ik naar de klant toe, praat met mensen en test dingen uit. Op een gegeven moment vind je dan de oplossing. Ik ben dus geen detective die misdaden oplost, maar wel een die technische raadsels ontrafelt.
Een mooi voorbeeld is een probleem dat we bij meerdere klanten tegelijk zagen. In onze machines kwamen kleine stofdeeltjes op de schijven terecht. Dat klinkt onschuldig, maar één stofje kan er al voor zorgen dat een paar chips niet meer werken. We ontdekten dat de stofjes kwamen van het rek waarop de schijven in de oven liggen: de randjes waren te scherp, waardoor kleine stukjes loskwamen. Samen met een team in Almere heb ik maandenlang getest en gerekend tot we een beter ontwerp hadden dat geen stofjes meer losliet. Toen we dat nieuwe rek bij een klant probeerden, werkte het perfect: de stofjes waren weg. Dat zijn de momenten waarop ik me echt een technische detective voel – als je het probleem vindt, de puzzel oplost en alles daarna weer vlekkeloos werkt.
Bij ASM zie ik elke dag hoe natuurkunde en scheikunde samenkomen. De ovens waar we mee werken draaien om temperatuur, druk en gasstromen – dat is natuurkunde. Maar in die ovens vinden ook reacties plaats tussen verschillende stoffen, en dat is scheikunde. Je hebt natuurkunde nodig om te begrijpen hoe warmte en beweging werken, en scheikunde om te snappen hoe materialen reageren als je ze verhit of mengt. In mijn werk gaat dat voortdurend door elkaar heen. Zo zie je maar hoe je exacte wetenschappen met elkaar verbonden zijn.
Laat je niet gek maken door alle keuzes die op je afkomen. Als je bijna moet kiezen wat je wilt studeren, lijkt het alsof iedereen iets van je wil. Elke school of universiteit roept dat zij de beste zijn. Maar diep vanbinnen weet je meestal al wat je leuk vindt of waar je nieuwsgierig naar bent. Volg dat gevoel. En maak je geen zorgen als je niet meteen de juiste keuze maakt. Zelfs als je er na een jaar achter komt dat iets niks voor je is, is dat niet erg. Je leert er altijd iets van, en je kunt gewoon opnieuw beginnen.
Mijn grootste tip is: blijf nieuwsgierig en open. Sluit niks uit omdat je denkt “dat is niks voor mij”. Soms kom je juist op de leukste plekken terecht door iets te proberen wat je niet gepland had. Ik ben bijvoorbeeld bij ASM terechtgekomen doordat ik mijn telefoonnummer achterliet bij een detacheringsbureau. Dat had niks met mijn studie te maken, maar het bracht me wel bij een baan die perfect bij me past.