Hoi Sara! Jij studeerde nanobiologie en bent nu Chief Technology Officer (CTO) van je eigen start-up! Wat wilde je vroeger worden?
Als kind wilde ik uitvinder worden. Daarna dacht ik dat ik natuurkundige zou worden – al wist ik toen nog niet precies wat dat inhield. Op de middelbare school overwoog ik even om meubeldesigner te worden, omdat ik iets creatiefs met techniek wilde doen. Iets waarin kunst en wiskunde samenkomen.
Hoe kwam je uiteindelijk bij nanobiologie terecht?
Tijdens een open dag aan de TU Delft ging ik eerst kijken bij Industrial Design. Dat leek me creatief en technisch tegelijk. Maar toen ik hoorde dat je daar nauwelijks wiskunde of wetenschap kreeg, haakte ik juist af – ik miste de bètakant. Daarna kwam ik bij toeval bij een presentatie over nanobiologie terecht. Ze vertelden hoe een bacterie zijn eten 'ruikt' door een simpel algoritme te gebruiken – hij draait een rondje en kiest dan de richting waarin de geur sterker wordt. Dat vond ik zó fascinerend, ik was meteen verkocht.
Wat leer je eigenlijk bij nanobiologie?
Nanobiologie gaat over het begrijpen van het leven op het allerkleinste niveau: moleculen, DNA, cellen. Wist je dat er in elke celkern twee meter aan DNA zit opgerold? Dat is allemaal informatie! Om dat te kunnen bestuderen heb je ingewikkelde technologie nodig – zoals microscopen, MRI’s en DNA-sequencing machines. Daarvoor heb je mensen nodig die én biologie snappen, én natuur- en wiskunde. Maar die vakgebieden spreken vaak niet dezelfde taal. Nanobiologie leert je die talen allebei.
Je krijgt ongeveer een derde biologie, een derde natuurkunde en een derde wiskunde. Daardoor word je niet alleen een brug tussen die disciplines – je duikt er ook echt diep in. Je wordt én biofysicus én moleculair bioloog. Je leert kijken met de precisie van een natuurkundige, maar denken vanuit het leven zelf.
Wat ben je na je studie gaan doen?
Aan het eind van mijn bachelor specialiseerde ik me in DNA-sequencing en bio-informatica: het analyseren van biologische data met computers. Voor mijn afstudeeronderzoek ontwikkelde ik een algoritme dat veel meer genen kon opsporen die betrokken zijn bij veroudering en Alzheimer. Superboeiend. Ik kreeg zelfs een baan aangeboden in dat lab.
Maar toen kwam er iets onverwachts op mijn pad: ik werd benaderd door Nima – inmiddels mijn co-founder. Hij zocht iemand met kennis van DNA voor een start-up. We raakten in gesprek, en uiteindelijk ben ik ingestapt als mede-oprichter. Zo ontstond ons bedrijf: OASYS NOW.
Wat doet OASYS NOW precies?
We bouwen een beveiligde digitale kluis voor medische gegevens – inclusief je DNA-data. Een soort bank-app, maar dan voor je gezondheid. Jij hebt zelf de controle over je gegevens, en wetenschappers kunnen er met toestemming beter onderzoek mee doen. Zonder dat je privacy in gevaar komt. Zo kun je op basis van jouw gezondheidsdata gekoppeld worden aan bijvoorbeeld nieuwe behandelingen.
Waarom is dat belangrijk?
DNA is supergevoelige informatie. Het zegt iets over je gezondheid, en zelfs over je familie en kinderen. Toch wordt er nu vaak slordig mee omgegaan: commerciële bedrijven verkopen DNA-data gewoon door. Dat vond ik schokkend. Tegelijkertijd merkten we dat onderzoekers die wél op een veilige manier toegang nodig hebben, juist worden tegengehouden door privacyregels. En wat me echt raakte: 95% van de genetische data komt van westerse mensen. Dat betekent dat medische behandelingen vooral voor hen ontwikkeld worden – terwijl ziektes wereldwijd voorkomen. Dat moet anders.
Ik besloot: ik wil technologie bouwen die dat oplost. Geen PhD in het lab, maar impact maken door infrastructuur te ontwikkelen waar andere wetenschappers beter onderzoek mee kunnen doen.
Wat is jouw rol binnen het bedrijf?
Ik ben CTO – Chief Technology Officer. Ik leid het technische team en zorg dat we de juiste oplossingen bouwen. Als een ziekenhuis een veilige AI-oplossing wil, vertaal ik hun wensen naar iets wat ons team kan ontwikkelen. Ik ben dus een soort brug tussen de techniek en de praktijk.
Hoe ziet jouw werk eruit?
Dat hangt af van de fase van het bedrijf. In het begin was ik vooral bezig met pitchen, praten met investeerders en het idee scherp krijgen. Nu gaat het meer over het bouwen van het product, technische keuzes maken, én tegelijk nadenken over dingen als financiën, HR en wetgeving. Als ondernemer leer je élke dag iets nieuws. Dat maakt het zo leuk.
Wat gebruik je nog van je nanobiologieopleiding?
Ik werk niet meer in het lab, maar mijn kennis van DNA, data en hoe onderzoekers denken gebruik ik elke dag. Daardoor weet ik precies wat er technisch nodig is om goede oplossingen te bouwen. Mijn achtergrond is nog steeds de basis van alles wat ik doe.
Wat zou je jongeren willen meegeven?
Wat ik jongeren vooral wil meegeven, is dat je je nieuwsgierigheid moet volgen. Je hoeft echt nog niet precies te weten wat je later wilt worden. Ik wist het ook niet – ik begon bij meubeldesign, stapte over naar nanobiologie en zit nu in tech en ondernemerschap. Het is helemaal oké om bij te sturen als je onderweg iets nieuws ontdekt dat beter bij je past. En durf mensen aan te spreken. Als je iemand ziet met een baan die je interessant vindt, stuur dan gewoon eens een berichtje en vraag: “Wat doe jij eigenlijk precies?” Je zult merken dat veel mensen het juist leuk vinden om daarover te vertellen. Dat soort gesprekken kunnen je echt verder helpen.